Witlof(pennen)

Witlof is rond 1850 per ongeluk ontdekt. Een boer in België bewaarde de wortels van chichorei om ze te gebruiken als veevoeder. Om ze tegen de vorst te beschermen had hij ze bedekt met aarde. Na een paar weken zag hij dat er blaadjes aan de wortel groeiden die door gebrek aan licht wit bleven.

De teelt van witlof gebeurt in twee fasen. In de eerste fase worden lange wortels gevormd met veel groen blad. De wortels (pennen) worden gerooid en het blad wordt ervan afgesneden. De tweede fase is het trekken. De wortels worden dicht bij elkaar geplant (ingekuild of ingetafeld) en bedekt met een laagje zand. Tegenwoordig zijn er rassen waarbij dat afdekken met zand niet meer nodig is. Wel moet de plant in het donker staan.

Zelf witlof telen

Heb je interesse om zelf witlof te telen? De eerste fase hebben we al voor je gedaan. Uit de schuur kan je een paar witlofpennen meenemen. Dit moet je er dan mee doen: Witlofpennen op gelijke lengte snijden, en dan in emmer, grote bloempot of zoiets met potgrond zetten, dicht tegen elkaar aan.  1 keer water geven. Dan in donkere kast, schuur, zolder. Omgekeerde pot erbovenop kan ook, of lichtdichte zak erover. Hoe warmer hoe sneller de oogst.

Vorig jaar heeft een aantal deelnemers al met succes op deze manier witlof opgekweekt. Sommigen lukte het zelfs om twee keer te oogsten. Als je de witlof hebt afgesneden laat je de pennen in het donker staan. Misschien hebben ze zin om nog een keer een witlofje te produceren. Het zal waarschijnlijk niet lukken om een dichte krop te produceren. De blaadjes zullen een losse krop vormen maar voor de smaak maakt dat niet uit.

Hoe bereiden.

Witlof is rauw lekker als salade. Doe er rozijnen, appel en een lekkere dressing doorheen. Witlof met ham en kaassaus uit de oven kennen de meeste mensen nog wel van vroeger.